Sinds de eerste Nederlandse ploeg in 1936 aan de Tour de France meedeed en Theo Middelkamp een loodzware Alpen-etappe won, is het wielrennen op de weg in ons land steeds populairder geworden. Wie herinnert zich niet uit de jaren vijftig Wim van Est, die als eerste Nederlander een gele trui veroverde en de dag erna in het ravijn reed? Of de hectische zomer van 1968 toen Jan Janssen als eerste Nederlander de Tour de France won? In de gouden jaren zeventig brak het gouden tijdperk aan met renners van wereldklasse: Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper, Jan Raas en Gerrie Knetemann. In de jaren tachtig werden zij opgevolgd door Steven Rooks, Adrie van der Poel, Gert-Jan Theunisse en Erik Breukink. En in de jaren negentig zijn Michael Boogert en Leon van Bon uitgegroeid tot prominente wegrenners.Van al deze kampioenen heeft televisiecommentator Jean Nelissen een Top 100 samengesteld. Hoewel het uiterst moeilijk is om generaties met elkaar te vergelijken, was Nelissen met 29 Ronden van Frankrijk en
