Irma Arcuri is verdwenen, en niemand weet waar ze is. Ze heeft haar hele bibliotheek, bestaande uit 351 gebonden boeken, waaronder vijf van haar hand, nagelaten aan Philip Masryk. Ondanks twee huwelijken en vele reizen heeft Philip al jarenlang een relatie met Irma. Telkens duikt ze op in zijn leven en dat van zijn naasten, en even plotseling vertrekt ze weer. Deze keer voorgoed, lijkt het. Philip, een wiskundegenie die de verborgen cijfermatige compositie van het universum probeert te ontdekken, vindt de sleutel tot haar verdwijning begraven in de boeken die ze hem heeft nagelaten. De volgorde waarin hij ze leest is daarbij van vitaal belang. Gaandeweg komt hij erachter dat Irma niet alleen de boeken – van Cervantes tot Toergenjev en van Borges tot Fowles – heeft gemanipuleerd, maar ook zijn leven. Het is zelfs goed mogelijk dat ze nog steeds bezig is zijn leven vorm te geven. De speurtocht die Irma voor hem heeft uitgedacht leidt via Philadelphia en Zuid-Amerika uiteindelijk
