De 12-jarige Christina Appelboom - ze noemt zichzelf Chris - woont in het kustplaatsje Westwijk. Chris trekt er het liefst alleen op uit, met haar Hollandse herder Koesje. Ze baalt dan ook als ze nieuwe buren krijgt en mevrouw Appelboom haar dwingt vrienden te worden met de buurkinderen: de aantrekkelijke en populaire Jack, en zijn o zo voorbeeldige en modebewuste zus Tessa. Wanneer mevrouw Appelboom de kinderen de duinen in stuurt voor een 'gezellige' picknick, zien ze een huilend meisje zitten dat zich volpropt met voedsel. Ze eet alsof ze in geen dagen iets te eten heeft gehad. Het meisje vertelt dat ze iets verderop in een afvalkamp zit. Chris kent de streek op haar duimpje, maar heeft nog nooit van het afvalkamp gehoord en besluit op onderzoek uit te gaan. Maar de leider van het afvalkamp, Nasar, houdt niet van pottenkijkers. Helemaal niet zelfs...