Wim Lessenaars is een kwal. Een etter. Een druiloor, een sufkop en een dombo. Kaat kan Wim niet uitstaan. Wim valt echter op Kaat. Hij wil met haar zelfs de krokusvakantie doorbrengen in de Venetiaanse villa van zijn schatrijke ouders. Kaat lacht dat voorstel weg, maar dat is buiten haar moeder gerekend! Die ziet in Wim de ideale schoonzoon. En dus gaat dochterlief naar Venetië! Gelukkig mag ook Nele, haar beste vriendin, mee. Al snel maken de meisjes kennis met de knappe Stefano. Maar hoe komt een gondelier aan het geld om een kast van een palazzo te onderhouden? En wie gaat er schuil achter de bende van de Zwarte Dageraad? En ook Wim heeft voor hen nog een verrassing in petto.