Dit praktisch-theologische proefschrift gaat over predikanten van de Protestantse Kerk in Nederland die als geestelijk verzorger werkzaam zijn in de zorg. De vraag is: wat betekent het predikantschap - ofwel het 'ambt' - voor hun leven en hun werk? Hoe beleven zij het ambt en wat is de relatie tussen het ambt en hun levensbeschouwelijke identiteit? Deze vraag is van belang omdat het ambt door een deel van de beroepsgroep van geestelijk verzorgers, die meer dan alleen predikanten omvat, wordt gezien als niet noodzakelijk voor de uitoefening van het beroep. Ook bestaat er in de Protestantse Kerk in Nederland een structureel gebrek aan aandacht voor geestelijke verzorging in zorginstellingen. Uit dit kwalitatief-empirische onderzoek, uitgevoerd volgens de methode van 'classic grounded theory' van de Amerikaanse socioloog Barney Glaser, komt naar voren dat het ambt door de protestantse predikanten-geestelijk verzorgers - tegen de verwachting in - van groot belang gevonden wordt. Hun