Noordoost-Engeland, 1926. Drie maanden nadat ze elkaar in Londen hebben ontmoet, komt Elaine (of Elly, zoals Joe Remington haar graag noemt) als Joe’s bruid naar zijn grote huis op de heuvels net buiten Fellburn. Waar Joe al bang voor was gebeurt ook: Elly kan absoluut niet aarden in haar nieuwe omgeving. Ze keurt de vriendschappelijke manier waarop haar man met zijn personeel omgaat af en toont een regelrechte afschuw voor David Brooks, Joe’s chauffeur en tuinman maar bovenal zijn boezemvriend. En of Elly’s vooroordelen nog niet genoeg zijn, wordt Joe ook nog eens geconfronteerd met een algehele staking. De gevolgen ervan zullen vooral in het industriële noordoosten, waar Fellburn ligt, desastreus zijn. Wanneer Elly veel eerder zwanger raakt dan ze wil, eist ze dat haar ongetrouwde zus Betty bij hen komt wonen om haar bij te staan. Dat lijkt niet zo’n verstandige beslissing, want Betty’s aanwezigheid maakt de kloof tussen de pasgehuwden alleen nog maar breder. Of
