Vlak voor het uitbreken van de internationale kredietcrisis schreef Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek een komedie over de hebzucht. Aan het woord komt niet de exorbitant hoge bonus opstrijkende bankdirecteur of de kleine belegger, die zijn geld als sneeuw voor de zon heeft zien verdwijnen, maar het geld zelf spreekt ons toe – en lacht ons uit. Het steekt de draak met onze inhaligheid: we wilden toch hogere rentes, steeds grotere hypotheken en nóg meer geld lenen? De bank trekt een lange neus: ‘Uw kapitaal leeft nog, het is slechts op reis naar een eiland in de Caraïben.’ Wij hebben het nakijken; het geld viert feest.
