Okko, de ronin, de samoerai zonder meester, trekt aan het hoofd van een kleine groep demonenjagers door het land van het keizerrijk Pajan. Hij wordt vergezeld door Noburo, een vreemde reus, die zijn gezicht verbogen houdt achter een rood masker, door de nukkige boeddhistische monnik Noshin, die een groot liefhebber is van sake, en door Tikku, een jonge visser, die een volwaardig lid van de groep is geworden en door Noshin wordt ingewijd in de geheimen van zijn kunst.