In een fort in Boedapest leven zes door de goden vervloekte krijgers. Ieder van hen draagt een demon in zich - Geweld, Ziekte, Dood, Pijn, Toorn en Losbandigheid - en ieder van hen levert dag en nacht strijd om zijn demon in toom te houden... Lucien houdt iedereen op een afstand. Als hoeder van de demon Dood is hij niet bepaald prettig gezelschap. Bovendien is hij getekend door een dramatische gebeurtenis uit het verleden - letterlijk: hij zit onder de littekens. Ook Anya, godin van de anarchie, is alleen. Eeuwen geleden is een vloek over haar uitgesproken waardoor ze zich nooit aan een man zal kunnen binden. Toch vinden de twee elkaar, en even lijkt er een eind te komen aan de eenzaamheid van hun bestaan. Maar de wraakzuchtige oppergod Kronos, Anya's grootste vijand, misgunt hun het geluk. Hij geeft Lucien de opdracht zijn geliefde te doden, anders zullen zijn medekrijgers ergere pijnen te lijden krijgen dan de verdoemden in het vagevuur. Lucien kan zijn vrienden niet uitleveren aan
