Het is het najaar van 1980, acht dagen voor de presidentsverkiezingen waarin een vermoeide Jimmy Carter het moet opnemen tegen de altijd opgewekte Ronald Reagan. In Spokane, Washington, is Vince Camden op zijn dagelijkse gangetje naar zijn getuigenprotectiebaan bij ‘Donut Make You Hungry’. Als Vince merkt dat hij wordt achtervolgd, herkent hij de man als een huurmoordenaar, een oude bekende uit een verdrongen crimineel verleden. Vince herinnert zich de afrekening die nog uit staat en besluit geruisloos van het toneel te verdwijnen. In de week die volgt valt zijn creditcardoplichterij als een kaartenhuis in elkaar, raakt Vince verstrikt in de problemen van een plaatselijke politicus en wordt hij heen en weer geslingerd tussen een aantrekkelijke, jonge advocate en een neurotische prostituee. Als hij heeft besloten om te vluchten naar New York, om de uitstaande kwestie voor eens en voor altijd op te lossen en het verleden te laten zwijgen, komt hij erachter dat de enige plek waar hij
