'Jullie hebben wellicht al vernomen dat meneer Van Dale gisteren een ongeluk heeft gehad,' begon de directeur. Ik luisterde maar voor een kwart naar wat de Slof vertelde. Vijfenzeventig procent van mijn aandacht ging naar de struise vrouw naast hem. Haar strenge blik voorspelde weinig goeds. Niet alleen haar blik, maar haar hele verschijning had een ijzige uitstraling. Alsof ze uit een ander tijdperk kwam. Het was onmogelijk om te schatten hoe oud ze precies was. Veertig? Vijftig? Zestig? Honderd? Driehonderd? Eigenlijk hoorde ze beter thuis in een museum dan op een middelbare school.