Gistrode beleeft het einde der tijden. Een hittegolf heeft het mythische dorp bijna helemaal platgelegd. Een onbekende ziekte teistert de bevolking. Waar eens vrede en rust heersten, staan nu de poorten van de hel wijd open. Tot overmaat van ramp gebeurt wat al lang voorspeld was: de mama grande van Gistrode, Irma van 't Hoekske, stijgt ten hemel. Met haar charismatische verschijning verdwijnt ook een symbool voor geborgenheid. Terwijl de bewoners elkaar angstvallig bespieden, trachten Valère en Solange, vertegenwoordigers van de Grote Liefde, te ontkomen aan de ondergang. Maar Gistrode is Gistrode niet meer.
