Het klinkt misschien gek, maar het mag toch wel eens gezegd worden: een school is geen strafinstituut en een onderwijzer geen cipier. Er zijn meer gelukkige klassen dan wij denken, klassen waar volwassen mensen met plezier en ambitie het beste van zichzelf weggeven; waar een hele troep kinderen dagelijks in rustige verwachting bijeenkomt om een beetje meer mens te worden. Het stadhuis heeft de 'leerplicht' uitgevonden, maar daarvóór was er gelukkig al de leergierigheid, de behoefte om dingen onder de knie te krijgen. In de samenwerking van kinderen en onderwijzer groeit de gelukkige klas tot een zelfstandig wereldje dat zich verzet tegen indringers, als daar zijn inspecteurs, onderwijzers en kinderen die met dit wereldje niets te maken hebben. Als er iets is dat het dagboek van deze onderwijsman bewijst, dan dit: dat een goede schoolklas een echte samenleving is, een wederzijds doordringen dan van de onderwijzer vraagt kind met de kinderen te worden, en de kinderen heel geleidelijk