Refael Maier is als inspecteur van een waterbedrijf werkzaam in de Negev-woestijn. Hij is de oudste nog levende man van zijn familie. Zijn vader, grootvader en beide ooms zijn op jonge leeftijd omgekomen bij ongelukken. Refael is opgegroeid bij 'de grote vrouw': een mengeling van zijn boekenverslindende moeder, zijn gierige grootmoeder, zijn beide tantes en zijn spottende zuster. Hij vindt zijn toevlucht bij de kinderloze steenhouwer Avraham, die in de buurt woont en een grote liefde koestert voor een van Refaels tantes. In afwachting van het bittere lot dat de mannen in zijn familie treft, vertelt Refael over zijn leven in de woestijn, zijn jeugd in Jeruzalem, de bewoners van het nabijgelegen blindeninstituut, zijn ex-vrouw, de vrouwen bij wie hij is opgegroeid en hun overleden echtgenoten...'Wie schrijft in navolging van auteurs die duizenden jaren voor hem leefden, kan de lezer nog steeds bekoren. Mits de schrijver zo groot is als Meir Shalev' Chris van Esterik, NRC