Het circus is een belangrijk onderwerp in de beeldende kunst. Vanaf circa 1870 is het voor avant-garde kunstenaars in Parijs van de meest opwindende onderwerpen uit het moderne stadsleven. Hero he acrobaten nemen een loopje met de natuurwetten en clowns bespotten het dagelijkse leven. Veel kunstenaars krijgen oog voor de betoverende sfeer en de wervelende optredens en voelen zich aangetrokken tot het leven van de circusartiest. Zij passen vernieuwende schilderkunstige stijlen toe om hun beleving van het circus voor het voetlicht te brengen. In dit boek is dat te zien aan de hand van schilderijen, tekeningen en prenten van Nederlandse en buitenlandse kunstenaars als Edgar Degas, Auguste Renoir, Henri de Toulouse-Lautrec, Pablo Picasso, Isaac Israels, Kees Maks, Karel Appel, Hans Bayens en Arie Schippers. Voor sommige kunstenaars heeft het circus ook een symbolische betekenis, vooral gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw. Pablo Picasso, Max Beckmann, Paul Klee, Georges