De Hoge Stad is boek drie uit de romancyclus Het Verscholen Volk, een verhaal dat in de toekomst speelt en waarin in Het Verscholen Volk niet de sterksten maar de zwaksten op Aarde als groepjes overleven, uitgroeien tot keldervolk, karavaanvolk en riviervolk en totaal nieuwe vaardigheden ontwikkelen. Twaalf jaar later is in De Laatste Jacht de buitenaardse vijand verdwenen, maar dienen zich nieuwe vijanden, nu uit eigen kring, aan. De mens heeft nog steeds zijn zwakten. In De Hoge Stad zijn opnieuw twaalf jaren voorbijgegaan en schemer dreigt te vallen over de wereld van ¿het verscholen volk¿. Sommigen geven de oude bestaanswijze op om onderdak te zoeken in een van de verlaten steden. De Hoge Stad is donker door de hoogbouw, nauw door de stegen. De Muur die erom is opgeworpen, door puin te storten in half neergehaalde hoogbouw, is een gordel van versteende, opeengestapelde oude angst. Zoals een kathedraal die op instorten staat van ouderdom, waar geen licht meer in wil vallen, waar