In 1658 verscheen te Amsterdam Het lezen en bedrijf van Duc D'Albas houdt, een kleine roman die als een vervolg diende op een beroemde picareske novelle van de Spaanse schrijver Miguel de Cervantes. In die novelle vertelde de hond Berganza zijn leven aan de hond Cipion, die helaas geen tijd kreeg om daarna aan zijn eigen autobiografische relaas te beginnen. Dit 'open einde' was inspiratiebron voor velen, onder anderen voor de Nederlandse auteur G. de Bay, die van Cipion de hond van de hertog van Alva maakte. Cipions verhaal gaat terug op de onrustige dagen van het begin van de Opstand en beslaat Alva's verblijf in de Nederlanden tussen 1567 en 1573. Na verschillende slechte meesters gehad te hebben, treedt de hondse schelm in dienst van Alva als spion en koerier voor de Spaanse zaak. Cipion doet verslag van zijn kleurrijke avonturen, waarin hij als ooggetuige ook allerlei oorlogsmomenten meemaakt, zoals de straf van Naarden en het beleg van Haarlem. De uitbeelding van de Spaanse