Tjaal Aeckerlin en Rick Schoonenberg kregen als kind van familieleden de meest uiteenlopende verhalen over Indië te horen, maar die over de Japanse tijd werden in mist gehuld. Dit boek vertelt over de 'dagelijkse gebeurtenissen' gedurende de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. De verhalen zijn opgetekend uit de mond van Indische Nederlanders: burgergeïnterneerden, buitenkampers en krijgsgevangenen. Zij beleefden de gebeurtenissen van dichtbij, maar kregen nauwelijks een stem in het verwoorden van hun ervaringen. Over de verkoop van huisraad om te overleven en het patjollen in de interneringskampen. Maar ook over de bouillon van slagerij Jenne, de geheime schoollessen aan de Broederrand en de 'uitkaaier' van Glodok. De titel "De jaren van asal oesoel" verwijst naar het asal oesoel, het zogenaamde afstammingsbewijs. Samen met het soerat pendafteran, het registratiebewijs, bepaalde het document de levensloop van veel Indische Nederlanders; 'buitenkamper' of