Twee vriendinnen raken na sluitingstijd opgesloten in de dierentuin. Als de avond valt worden ze bang. Zeker als ze merken dat ze aangestaard worden door tientallen gele ogen. Zo maken de vriendinnen kennis met de wilde katten in Beestenvreugd en raken ze bevriend met de colakat, de procentenkat en Ni Hauw de pindakaaskat. Allerlei katten die het leven bij de mensen niet meer leuk vonden, hebben de poten ineen geslagen en vormen nu een bende, een wilde bende. Hun leider is Franeker Fré, een roodzwart gestreepte kater zonder oren met een zwak voor ossenworst. Franeker Fré maakt zich zorgen: de laatste tijd verdwijnen er steeds meer katten. Hij roept de hulp in van de vriendinnen. Geholpen door leeuw Jan en krokodil Scheefbek proberen ze erachter te komen wat er aan de hand is.
