Ergens op de uitgestrekte hoogvlakte staan twee tenten, dichtbij elkaar, een grote en een kleine, op een steenworp van elkaar. In de kleine tent woont Masja met haar vader. En met Batoe, de hond, hoewel die eigenlijk niet in de tent mag. In de kleine tent staat ook de kist met het hangslot. Daarin zitten belangrijke dingen. Dingen van Masja's overleden moeder. In de grote tent woont Arman, Masja's beste vriend, met zijn vader en zijn moeder, zijn broertjes en zusjes. Samen hebben de twee gezinnen een grote kudde met meer dan duizend schapen en geiten. En verder nog koeien en jaks, kamelen, paarden en honden. In de grote tent is ook nog grootmoeder. Grootmoeder die overal raad op weet. Die de aarde, de lucht, het water en de dieren tot vriend weet te houden. En die de volwassenen tot de orde roept als dat nodig is. Grootmoeder die alles wat zij weet graag door wil geven aan Masja.
