In 1973 verscheen 'de Groninger veenkoloniën' in Hollands Maandblad; twee decennia lang is dat kleine meesterwerk enig in zijn soort gebleven, Pas de laatste jaren heeft Gerrit Krol ingezien dat de mogelijkheden van het door hemzelf geschapen genre met één specimen nog lang niet uitgeput waren. Hij beoefent het dan ook met een grote wendbaarheid nu eens als een bijzonder flitsend verhaal, dan weer als een gedicht met wat lang uitgevallen regels; soms als zoektocht in het verleden, dan als ontdekkingsreis in de zeer verscheiden werkelijkheden van allerhande personages lucide inzichten van eigen vinding wisselen elkaar af met citaten uit de wereld van de techniek, die door het contrast hun dorheid verruilen voor lichtheid. Vaak zet Krol alternatieven tegen elkaar af, als in de determineertafel van een flora. Het resultaat is een werveling van beelden die niets inboeten aan scherpte, een caleidoscoop van gebeurtenissen die hun ontroerende kracht niet verliezen, maar op een punt lijken