Volgens een Indiaas gezegde is het schaakspel een zee waarin een mug kan drinken en een olifant kan baden. Veel schakers zouden daar graag aan toevoegen: 'En in het middenspel kun je gemakkelijk vérdrinken!' Anders dan de opening of het eindspel lijkt het middenspel weinig houvast te bieden wanneer je het gericht wil bestuderen. In dit eerste deel behandelt Jan Timman aan de hand van talloze voorbeelden die hij in zijn rijke schaakcarrière tegenkwam, het thema 'sterk paard tegen slechte loper'.