Na publicatie van zijn eerste roman in 1957 liet James Salter zijnveelbelovende militaire carrière schieten om fulltime schrijver teworden. Hij groeide uiteindelijk uit tot een van de grootsteAmerikaanse romanciers.</br>De kunst van fictie biedt een fascinerende inkijk in een schrijversleven.Salter schrijft openhartig over de afwijzingsbrieven die hijvan uitgevers ontving, over hoe hij niet één maar twee negatieverecensies in <em>The New York Times</em> kreeg voor hetzelfde boek, overde voordelen van ’s morgens dan wel ’s nachts schrijven en overgeldzorgen die de kop opsteken tijdens lange middagen. Daarnaastdeelt Salter zijn niet-aflatende bewondering voorauteurs en boeken die van grote invloed zijn geweest op zijnschrijverschap, waaronder het werk van Balzac, Flaubert, Babel,Céline en Faulkner.</br>Een vraag die Salter in dit boek stelt, is waarom iemand de penter hand neemt. Streeft een schrijver naar rijkdom of naar