In de 'leerlingen te Sais' vertelt Novalis hoe de leerlingen en de leraar met elkaar in gesprek zijn over de ontwikkeling van een waarachtig kennen van de natuur. '... '... Het is enorm te betreuren dat we in feite geen voleindigd werk van de dichter Novalis hebben. Dat zou van onschatbare waarde zijn. Tieck bijvoorbeeld heeft in zijn vroege periode enkele romantische sprookjes van kostbaar fijne bekoorlijkheid geschreven, maar één zin van Novalis, die, omdat deze een fragment is, ons minder bevredigt, heeft oneindig meer van de betovering van de hoogste poëzie. In de afzonderlijke delen van zijn werk, ook in zijn liederen, ligt een geheel onbeschrijflijke geur van tederheid, van ziel; er zijn woorden van hem die ons aanraken als een liefkozing en ook woorden, waarbij je de adem in zou willen houden, om je geheel aan deze zuivere, bijna bovenaardse schoonheid over te geven. Daarbij hebben zijn woorden de warme adem van een jonge, verrukkend aardige persoonlijkheid. Want zo