Sophie heeft een aardige job, maar ze weet zich er slechts met moeite in staande te houden. Ze vindt geen betekenis meer in de uren die ze ‘schrijft’ en langzaam vervreemdt ze van haar tijd en van haar omgeving. Alleen bij opa Rambo kan ze nog zichzelf zijn. Meestal communiceren ze zonder woorden. Sophie wordt onverklaarbaar ziek. En ze wordt verliefd op een man zonder tijd. Langzaam leert ze haar zwakte te accepteren en dat maakt haar ervan bewust dat diezelfde zwakte tegelijk haar kracht kan zijn. Sophie verliest haar job, haar liefde en haar gezondheid. Maar haar nieuwe ‘ik’ doorbreekt verstarde structuren. De nieuwe Sophie is sterker, creatiever, mondiger en passioneler dan ooit.