"Dat is een heel ander verhaal," zou Rudyard Kipling ongetwijfeld gezegd hebben bij het zien van de verschillende bewerkingen van zijn beroemde "Jungleboek". Maar had hij zich ooit kunnen voorstellen dat zijn werk een epiloog in stripvorm zou krijgen? En toch...Na zijn aankomst in de Indiase hoofdstad Delhi heeft een man die Mowgli heet, een huis aan de rand van het oerwoud gehuurd. Daar wil hij zijn laatste dagen slijten. Het bos is veel minder uitgestrekt dan vroeger, maar de lucht, de bomen en de heuvels roepen desondanks talloze herinneringen bij hem boven: de voor altijd verstomde kreten van de vogels, het verdwenen gehuil van zijn broeders de wolven, de machteloze woede van de jaloerse tijger...Voor Mowgli is de jungle zijn hele jeugd: de vreugde van het rennen met de wolven, de troost die hij in de armen van de beer vond wanneer hij verdrietig was. De jungle is ook de weg naar de puberteit, tot aan de dolle wedloop van het voorjaar en die onweerstaanbare
