De eerste messiaanse (christelijke) gemeenschappen ontstaan in de 'nacht' van het Romeinse imperium aan het begin van onze jaartelling. De Jeruzalemse tempelelite ten tijde van Jezus steunde Rome's expansiepolitiek. De tempel - het economisch, politieke en ideologische hart van het jodendom - werd daarmee een schakel in de ongehoorde uitbuiting door Rome. De schrijver die te boek staat als 'Johannes de evangelist' schrijft het verhaal van Jezus als een gecodeerde tekst om in die repressieve tijd verzet te bieden. Een tekst die 'vertrouwen' en 'solidariteit' oproept voor nieuwe messiaanse gemeenschappen.Het Evangelie naar Johannes is op het eerste gezicht een ontoegankelijk geschrift. Het geldt als zweverig, duister en hier en daar nota bene anti-Joods. Pas als de lezer de leessleutels kent, gaat de boeiende wereld van deze verzetsliteratuur open. De auteurs hebben veel aandacht voor de literaire eigenheid van de tekst en de historische context: het is belangrijk om op de hoogte te