Engeland, 14e eeuw, een tijd van armoede, uitbuiting en pest, van politieke en religieuze onrust. De drukpers moet nog uitgevonden worden en boeken zijn kostbaar, zorgvuldig met de hand gekopieerd en versierd met beeldschone miniaturen. Finn is een meesterschilder die niet alleen voor de kerk handschriften met miniaturen verlucht, maar ook, in het diepste geheim, voor John Wycliffe uit Oxford die werkt aan een vertaling van de bijbel in de volkstaal. Finn heeft nog een ander geheim dat hem in gevaar brengt als hij en zijn dochter Rose hun intrek nemen bij lady Katryn. Deze weduwe probeert haar ergernis, Blackinham Manor te beschermen tegen aanspraken van zowel de kerk als de troon, en ondertussen het landgoed te bestieren en haar beide zoons in het gareel te houden. De band tussen Finn en lady Katryn groeit, maar als hij haar in vertrouwen neemt zijn de gevolgen onverwacht en ingrijpend.
