Jacob de Zoet moet om met zijn Anna te mogen trouwen eerst rijk worden in de Oost. Daarom vertrekt hij eind 1799 als boekhouder naar Decima, het Nederlandse eilandje bij Japan. Hij moet er de boeken van de voc controleren op corruptie. Dat maakt hem meteen een niet welkome buitenstaander. Maar dan valt hij als een blok voor de Japanse vroedvrouw Orito. Meegesleept door liefde en werk doorziet De Zoet niet het verraad van de man die hij het meest vertrouwt. Bedrog en vertrouwen, liefde en lust, schuld en geloof, koelbloedige moord en wonderlijke onsterfelijkheid spelen allemaal een rol in deze fantastische roman.