Thelma en Ellis - de tweeling die als twee druppels water op elkaar lijken - beleven in dit deel weer de wildste avonturen. De ouders van de tweeling gaan drie weken met vakantie en in diezelfde tijd logeren Thelma en Ellis bij oom Niek, de broer van hun moeder. Als ze een keer alleen thuis zijn krijgen ze bezoek van een man die beweert een collega van oom Niek te zijn. Is dat waar, of is het een smoesje van de man om in de flat van oom Niek en tante Kitty rond te kunnen neuzen? Tijdens een lange wandeling en een gigantische regenbui schuilen ze in de laadruimte van een oude bestelauto die niet afgesloten is. Komt de eigenaar van de auto opdagen en rijdt hij met de auto weg?
