De apostel Thomas geloofde niet dat Jezus uit de dood was opgestaan. Hij eiste bewijzen. Dat werd hem kwalijk genomen: ‘Zalig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ Maar Thomas had een punt. Buitengewone beweringen vragen buitengewone bewijzen. Ons brein is kwetsbaar voor onredelijke opvattingen. We leggen makkelijk verkeerde verbanden, maken verkeerde statistische inschattingen en vertrouwen te veel op onze waarneming en ons geheugen. Wetenschappelijk geschoolde mensen zijn beter gewapend tegen irrationele en pseudowetenschappelijke denkbeelden. Tegelijk zijn intelligente mensen meer bedreven in het verdedigen en rationaliseren van aantoonbaar foute overtuigingen. Niemand is dus immuun voor pseudowetenschap, bijgeloof en irrationeel denken. In De ongelovige Thomas heeft een punt bespreken de auteurs naast pseudowetenschappelijke theorieën ook historische en actuele voorbeelden van opvattingen die gebaseerd zijn op drogredenen, verkeerde veronderstellingen, valse intuïties en