Oost-Europa, 1540. De twaalfjarige Mattias Tannhauser is aan het werk in de smederij van zijn vader, wanneer zijn dorp wordt overvallen door de Turken, die zijn zusje en zijn moeder vermoorden. Mattias aarzelt geen moment en gebruikt het zwaard dat hij aan het maken is tegen zijn aanvallers. Hiermee maakt hij grote indruk op de Turkse legeraanvoerder, die zijn leven spaart en hem in hun midden opneemt. Malta, 1565. De sjah van de Ottomanen heeft een heilige oorlog uitgeroepen tegen de christelijke ridders van de Maltezer Orde. Een Franse gravin is op dat moment op weg naar Malta om haar verloren zoon te zoeken. De enige man met genoeg ervaring om haar te helpen is Tannhauser. Te midden van een van de meest spectaculaire belegeringen uit de geschiedenis beginnen ze aan hun zoektocht. Algauw zit de inquisitie hen echter op de hielen. De man die gewend is te strijden met een zwaard moet erkennen dat er vijanden zijn die machtiger zijn dan de wapens van een heel leger bij elkaar. Met dit
