De 10-jarige Rob wordt gepest door klasgenoot Jeroen. Zijn juf doet er niets aan, thuis kleineert zijn vader hem en zijn zus en moeder laten dat gebeuren. Rob raakt depressief en loopt van huis weg, op zoek naar een veilig onderkomen. Zijn ongeruste moeder vindt Robs ellende beschreven in een schriftje. Rob belandt met bevriezingsverschijnselen in het ziekenhuis. Ook Jeroen komt daar op wel heel bijzondere wijze in terecht. In feite is Jeroen een stoer doend, maar bangelijk en eenzaam kind. Zijn moeder wordt, tot zijn machteloze woede, door zijn vader mishandeld. Dat alles leidt onvermijdelijk tot allerlei confrontaties. Maar zal daardoor ook voor Rob het pestprobleem tot een oplossing komen? De auteur, maatschappelijk werker, schiep dit herkenbare en met zwier geschreven boek, verdeeld in 32 hoofdstukjes, met behulp van de klassieke elementen van een probleem dat in scholen (en bedrijven) frequent voorkomt: de pester en gepeste, hun wederzijdse ouders, de vaak inactieve school en de