Dit is het eerste boek waarin Imme Dros haar bewondering door de Griekse Klassieke schrijvers en met name voor Homeros uitte. Het boek hoort bij de vertalingen en bewerkingen van Homeros en van de Griekse mythen die volgden, en die Imme Dros een bijzondere plaats in het Nederlandse literaire landschap hebben gegeven.Niels ként die verhalen van Homeros toch, die hij op school hoort. Over Odysseus, zijn mannen, zijn schepen. Soms denkt hij zelfs die vreemde Griekse woorden te herkennen. En hij gaat op zoektocht naar zijn verleden. De verhalen over de slimme man laten Niels niet los. Ze blijven door zijn hoofd spoken. Wie was die man die met twaalf schepen wegvoer naar de oorlog bij Troje en na twintig jaar in zijn eentje terugkwam? En waarom las de oude meneer Frank hem die verhalen altijd voor? Altijd uit hetzelfde versleten boek, altijd in die geheimzinnige, onverstaanbare taal. Toch luisterde Niels ademloos naar die vreemde woorden en het was alsof hij de wind hoorde, het klotsen