Na het schrijven van een kleine biografie over de beroemde Zandvoortse dwerg Simon Paap uit 1789, werd het tijd voor het verhaal van een ander bekend Zandvoorts familielid: Maartje van Mengs de Ruifel. Haar moeder was "vischlooper" en trok eind 19e eeuw met bot en zijger op de rug via Haarlem naar Amsterdam. Daar ventte ze de vis uit en nam allerlei goederen, waaronder luxe textielstoffen en ondergoed mee terug naar Zandvoort. Deze goederen hing ze vervolgens heel eenvoudig voor het raam in de voorkamer en zette op deze manier een bescheiden textielhandel op. Haar bijnaam "de Ruifel" erfde Mengs van haar vader, Arie Zwemmer. Maartje deed als sociaal voelende vrouw in stilte veel goeds in de kring van de minder bedeelden in Zandvoort. Ze was één van de laatste vrouwen in Zandvoort, die 's zondags nog in traditionele Zandvoortse klederdracht en met "kap" op naar de kerk ging. Enkele andere afstammelingen van Arie de Ruifel kregen ook een plaats in deze Zandvoortse familiekroniek.