Het bovennatuurlijke, het spirituele, het onverklaarbare en het magische spelen al eeuwen een bijzondere, niet algemeen bekende rol in de literatuur. Denk bijvoorbeeld aan Nescio en zijn mystieke natuurbeleving, of aan couperus, die in verschillende verhalen en romans een plaats inruimde voor Oosterse mystiek. Ook Alexandra David-Neel was gefascineerd door het Oosten, en trok naar Tibet, op zoek naar mystiek en magie in het boeddhisme. De verhalen van Gustav Meyrink zijn juist weer gekleurd door de spiritualiteit van de joodse religieuze traditie in Oost-Europa.