De Gereformeerde Bond is voor velen alleen bij naam bekend. Deze dissertatie biedt een grondige introductie op het denken en functioneren van deze beweging die actief is in de Protestantse Kerk in Nederland. De interne verschillen tussen open en bevindelijke bonders worden toegelicht, evenals het mislukken van het bewaren van de eenheid als gevolg van het Samen-op-Weg-proces. Een antwoord wordt gezocht op de vraag hoe traditionele kerken omgaan met maatschappelijke veranderingen, toegespitst op het individualiseringproces. Uit het gepresenteerde onderzoek blijkt een duidelijke spanning tussen het landelijk functioneren van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond en de ontwikkelingen in zijn achterban. Landelijk wordt individualisering afgewezen, maar een casusstudie in hervormd Ede maakt duidelijk dat vele kerkleden wel invloed ondergaan en het kerkenraadsbeleid hier vaak schoorvoetend in meebeweegt. Dit proces wordt gekenmerkt als een stille evolutie. Voor iedereen die (mede)