Een lila oog staarde naar het plafond, het andere was verstopt onder een wit, gerimpeld ooglid. De vrouw lag wijdbeens op de grond; haar grijze wollen rok eindigde slordig boven dik omzwachtelde knieën. Een rode boerenzakdoek zat strak rond de kwabbelige hals, en had waarschijnlijk als moordwapen gefungeerd. Hoewel ik nog nooit een dode gezien had, laat staan iemand die niet op natuurlijke wijze om het leven was gekomen, reageerde ik kalm. Mariëtte brengt samen met haar vriendin Bella als vrijwilligster maaltijden rond voor Tafeltje Dekje. Op een dag doet zij bij haar vierwekelijkse rondgang langs haar vaste klanten een lugubere ontdekking. Het is de eerste van een reeks moorden op bejaarden, die allemaal met een rode zakdoek om hun levenloze hals worden aangetroffen. Inspecteur Droesel leidt het onderzoek. Maar hij tast volledig in het duister, al heeft hij een DNA-spoor. Er lijkt geen enkel verband tussen de moorden te bestaan.Wat bezielt deze bejaarden-seriemoordenaar?