Wie wil weten hoe een kardinaal over zijn ouders denkt, of hoe een bokser het gebód 'Gij zult niet doodslaan' interpreteert? Heeft er iemand interesse voor de manier waarop een filmster het- tweede gebod vertaalt, of welke gedachten er in het hoofd van een volkszanger opborrelen als hij het woord God gebruikt?Wie kijkt naar het succes van de interview - reeks' De Tien Ge boden', moet toegeven dat dit retorische vragen zijn. Want zelfs de meest verontwaardigde lezer die in Trouw liet weten niet gediend te zijn van de zielenroerselen van een cynische televisiemaker, heeft het verhaal tot het eind e toe uitgelezen. Diezelfde boze brievenschrijver zal nu zeggen: 'Maar waarom moet je ook ongelovige mensen op 'onze' Tien Geboden laten reageren? 'Het antwoord daarop is simpel. de interviewer wil een portret schetsen waarin álles aan bod komt. God en het Niets, ouders en kinderen, leven en dood, haat en liefde. Hij 'gebruikt' de tien, geboden om te laten zien hoe iemand in het leven staat.