Erik kan het klimmen niet laten. Het begint op die vreemde ladders bij zijn vader in de werkplaats. Maar daar raakt hij na een tijdje op uitgekeken en zoekt het hogerop. En of hij nu in de top van een boom is geklommen of op de nok van een dak, gevaren ziet hij niet. Hij kent alleen een gevoel dat sterker is dan de waarschuwende stem van zijn vader, sterker dan de wil van zijn meisje, sterker dan hijzelf. Hoe hoog kan Erik klimmen zonder te vallen?
