In het tweede deel van de nieuwe serie Levensverhalen vertelt mevrouw Smid-Bosklopper het verhaal van haar moeder in de Drentse veenstreek in de jaren '20. Dat waren zware jaren voor de veenarbeiders. Er moest hard gewerkt worden voor bitter weinig geld. Het hele veengebied kenmerkte zich door bittere armoede. Als de man van Stientje Bosklopper wegens ziekte niet meer kan werken, is het jonge gezin op de bedeling van de kerk aangewezen. Dit levert net genoeg op om niet van de honger om te komen. Maar de vrouw legt zich er niet bij neer en vecht voor haar recht.