Deze psychologische roman - deels ook een mysterieroman - speelt zich af in de jaren zestig. Nieuwe maatschappelijke opvattingen knaagden toen het normbesef aan. Op zoek naar bescherming en intimiteit, raakt een jonge vrouw verstrengeld in een spel van verleiding en bedrog. Pogend haar illusies te behouden, moet ze uiteindelijk erkennen dat ze geraffineerd ingekapseld en verraden is. Daardoor lijkt haar de eigen identiteit ontnomen. Belaagd door boze dromen, wellen bij haar ook dramatische jeugdherinneringen uit de Tweede Wereldoorlog in Rotterdam op. Heden en verleden schuiven ineen als een uitgelopen aquarel. Die versluiering doet haar lang in vertwijfeling rondtasten.
