'Er zijn vijf weeskinderen ontvoerd. De belangrijkste verdachte is een beetje vreemde vrouw, Sibbel de Kat, die alleen woont en opeens rare boodschappen doet bij Toontje Goedkoop-is-Duurkoop. Vijf nachtponnen, anderhalve kilo dropstuivers, een suikerbrood, wat moet een vrouw-alleen daar allemaal mee? Rechter Bielzon van der Poelen en streekwachter Sokkepet pakken haar keihard aan: Het lijkt wel alsof we nog middenin de zwartste Middeleeuwen zitten, zo heeft Sibbel de Kat te lijden. Gelukkig is er wel iemand die haar steunt: boswachter Jakob Vistendraad. Zou hij misschien meer van die wezenroof af weten? Zouden zij misschien samen...?' Manus, Klaar en Bonnivan hangen aan de lippen van juf Jozefa Muizeveld, die het verhaal van dit boek vertelt. Het is ook ongelooflijk spannend om te weten te komen wat er nu met die wezen gebeurd is. Maar zoals het nu eenmaal gaat als je aan het vertellen bent, Jozefa bedenkt soms wel eens iets wat ze eerder had moeten zeggen. Dus dan moet ze even in de