Weltman, de rust zelve, concentreert zich op een doos insekten. Hij selecteert zorgvuldig de beste stukken, behendig, met zijn lange vingers. Hij stopt, en zet zijn beschermend masker af. Langzame passen leiden hem naar zijn leunstoel, waarin hij neerzijgt. Hij glimlacht stiekem in haar richting. Zij, Debrah, naakt en koud. Opgesloten in een glazen kooi, in het midden van de kamer. Hier volgt de ultieme confrontatie. Hier volgt het einde van de tweede cyclus!