In dit boek wordt de zending van de Kerk bekeken in het licht van objecties die aan haar adres worden geformuleerd, achtereenvolgens door het atheïsme, het neo-paganisme, de niet-christelijke godsdiensten en de culturen. Tot slot wordt een antwoord gesuggereerd op de vraag of de tekortkomingen, waaraan de Kerk zich bij de uitoefening van heet zending soms schuldig heeft gemaakt, al dan niet een hypotheek leggen op de vervulling van haar missieopdracht in de toekomst.