De zeven wereldwonderen uit de oudheid symboliseren alles wat groots en mysterieus was in het voorchristelijk Westen, maar tegenwoordig zijn er maar weinig mensen die de zeven wereldwonderen kunnen opnoemen. De meeste van deze indrukwekkende monumenten van brons, marmer, goud en ivoor, aarde, water en vuur zijn van de aardbodem verdwenen en kunnen alleen nog met het geestesoog aanschouwd worden. Ze zijn alle tot ruïnes vervallen of tot stof vergaan. In DE ZEVEN WERELDWONDEREN herscheppen de archeologen John en Elizabeth Romer de zeven wereldwonderen, waarbij ze gebruik maken van de teksten van schrijvers uit de oudheid en van de kennis van de moderne archeologie. Zij vertellen het verhaal van deze wonderen en plaatsen ze in hun context.
