De zoutroute begint in Londen, in het hier en nu. Na de dood van haar vader vindt Isobel een oud zilveren amulet, gevouwen in een krantenartikel over een vroegere Sahara-koningin. Geplaagd door akelige herinneringen uit haar vroege jeugd, besluit ze op vakantie naar Marokko te gaan, op zoek naar haar identiteit. Dan neemt De zoutroute de lezer mee naar een jaar of dertig geleden, naar het nomadenvolk dat rechtstreeks afstamt van de legendarische eerste koningin van de Touareg. Eén van hen, een jonge vrouw genaamd Mariata, wordt gedwongen te trouwen met een slager in Zuid-Marokko; ze ontvlucht haar lot echter en reist in haar eentje de Sahara door, op zoek naar haar verloren geliefde.