Het maken van keuzes rondom sterven en dood is onvermijdelijk geworden. We kunnen dat betreuren, we kunnen dat moeilijk vinden, we kunnen er vanaf willen. De werkelijkheid is dat we geen keuze hebben en wel moéten kiezen. Dat kiezen gebeurt tegen de achtergrond van bepaalde opvattingen. Daarbij gaat het om onze eigen opvattingen en onze eigen keuzes. Die opvattingen vormen dus de levensbeschouwelijke basis van de keuzes die we maken. In deze uitgave verdedigt de auteur, juist om die reden, met klem het recht op het maken van een eigen keuze en op het ontvangen van steun, informatie en hulp bij die keuze. Om dat recht van een ander te erkennen, hoeft men het niet met diens keuze eens te zijn, noch met diens opvatting. Het gaat immers om de praktische uitwerking van zijn levensbeschouwelijke opvatting. Anders zou het ook geen recht meer zijn en evenmin een vrije keuze. Daarbij wordt de grens aan mijn recht gevormd door het recht van de ander.