In dit boek presenteert Seef Konijn de rode draad met betrekking tot zijn visie op 'geloven'. In het eerste deel gaat hij uitvoerig in op de verhouding tussen 'kijken' en 'zien'. Die twee woorden geven twee heel verschillende levenshoudingen aan. Men kan ze gemakkelijk herkennen in het leven van alledag. Ze vormen een soort spiegel waarin je jezelf kunt gadeslaan. In het tweede deel geeft hij aan dat het bij 'zien' en 'geloven' om eenzelfde grondhouding gaat. Seef Konijn probeert 'geloven' te benaderen als de parel die we allemaal bij' onze geboorte hebben meegekregen. Die parel is op de bodem van ons hart neergelegd. De mens heeft een heel leven (misschien wel meer dan een leven) nodig om die parel op te diepen en aan het licht te brengen, om 'dicht bij je eigen bron' te komen.
