DE DIEPE PLAATS waar niemand komt Ik rende naar de Diepe Plaats waar niemand komt en daar was Hij. Hij wachtte op mij. ‘Waar ben je geweest? vroeg Hij me. ‘Ik was op de ondiepe plaatsen, waar iedereen leeft,’ antwoordde ik. Ik wist dat Hij het wist. Hij wilde alleen maar dat ik zou toegeven dat ik te druk was geweest met me druk te maken. ‘Ik raak uitgeput…,’ begon ik. ‘Uiteraard,’ zei Hij. ‘Ik heb je al een tijdje niet gezien.’ Hij ging op de treden van mijn ziel zitten - in de Diepe Plaats waar niemand komt - en glimlachte naar me. Engelen zongen; een lichtstraal verjoeg de schaduwen en verlichtte mijn alledaagse dag. Ik glimlachte terug. ‘Ik ben zo’n dwaas…’ ‘Shhh,’ zei Hij, terwijl Hij zijn vinger tegen mijn lippen hield. Hij raakte mijn opgejaagd hart aan. Het schrok op en stond bijna stil. Mijn geest nestelde zich in die nabijheid in de Diepe Plaats waar niemand komt. Jill Briscoe